De kleine ster en het Licht

Lang geleden, nog voor het begin van onze jaartelling, was er eens een kleine ster die te midden van duizenden andere sterren aan de hemel stond. Ze was daar al heel lang, maar voelde zich verdrietig en alleen want tussen al die andere flonkerende sterren aan de hemel, wist zij niet hoe ze kon stralen in de nacht. Zij wachtte al eeuwenlang op haar licht, zodat zij de mooiste en meest stralende ster kon zijn, die ooit had bestaan. Want dat was haar verlangen en haar diepste wens.

De kleine ster werd uiteindelijk een beetje ongeduldig, ze wachtte en droomde nu al zo lang om te kunnen stralen aan de hemel. In weer een donkere nacht besloot zij niet langer af te wachten, maar zelf op zoek te gaan naar haar licht. Zij zocht in alle hoeken en gaten van het universum. Ze reisde langs de zon, de maan en alle planeten, maar kon het licht nergens vinden. Ze besloot toen de zon om hulp te vragen: ‘Wil jij misschien een beetje van jouw warme licht delen, zon? Zodat ik mijn licht kan laten schijnen in de donkere nacht?’

Maar de zon barstte in lachen uit toen hij dit hoorde: “Wat een domme vraag ! Als ik schijn is het dag en dan slapen de sterren. En als de sterren mogen stralen, dan ben ik niet zichtbaar aan de hemel”. Beschaamd ging de kleine ster weer verder. Ze dacht toen aan de maan, die immers ook aan de nachtelijke hemel schijnt. Bij de maan aangekomen vroeg ze haar: “Maan, wil jij jouw licht met mij delen, zodat wij samen kunnen schijnen in de nacht”? De maan antwoordde: “Maar kleine ster, weet jij dan niet dat ik slechts het zonlicht weerspiegel en dus niets met je delen kan? “

De kleine ster werd er moedeloos van. Net toen ze dacht haar zoektocht maar op te geven, hoorde zij zulke wonderschone muziek dat zij verbaasd om zich heen keek. Waar kwam dat nu opeens vandaan? Zij zag zes schitterende engelen vliegen, hun vleugels glansden in het maanlicht en zij zongen prachtige liederen. “Waarom zingen jullie zo mooi in deze nacht, lieve engelen”? vroeg de kleine ster hen bedeesd.  Zij antwoordden: ‘Wij zingen ons mooiste lied uit pure vreugde, omdat in deze nacht een bijzonder kind wordt geboren op aarde.

Hij zal zijn liefde schenken aan alle mensen op Aarde. In hun diepste duisternis zal hij hun harten raken en hun pad verlichten’. De kleine ster was diep onder de indruk van deze boodschap. Maar het viel haar ook op dat de engelen toch een beetje bezorgd leken te zijn. ‘Waarom kijken jullie dan zo bezorgd, lieve engelen? Dat is toch een vreugdevolle gebeurtenis, waarom verkondigen jullie die blijde boodschap dan niet aan de mensen op Aarde’?

‘Luister, lieve kleine ster, zei de meest stralende engel, die Michaël heette. De mensen op Aarde weten niet waar dit bijzondere kind wordt geboren. Omdat vannacht de maan niet schijnt op de Aarde, is er niets wat hen de weg kan wijzen. De herders op het land en de wijzen die van verre komen, zij horen ons lied, maar de weg naar het kind weten zij niet. Zo zal niemand dit bijzondere kind kunnen vinden, hem verwelkomen en hem geschenken kunnen aanbieden’.

Verdrietig zei de kleine ster: ‘Ik kan jullie ook niet helpen, engel Michaël, want ik zoek al eeuwen naar het licht. Ik heb overal gezocht en het aan iedereen gevraagd,  maar heb het nergens kunnen vinden’. Engel Michaël keek onze kleine ster toen glimlachend aan en zei ‘Kleine ster, er is één plek waar je nog niet hebt gezocht en waar je het licht zeker zult vinden. De plek waar het stralende licht altijd al was, maar waar je nog niet hebt gekeken’. Hij legde vervolgens zijn schitterende vleugels liefdevol op het hart van de kleine ster.

Deze voelde hoe ze plotseling heel warm werd van binnen, ze ging helemaal gloeien en tot haar grote verbazing zag ze prachtig licht uit haarzelf komen. Steeds feller en krachtiger ging het schijnen en ze voelde hoe ze vanuit haar diepste wezen begon te glanzen en te stralen. Zielsgelukkig danste ze aan de hemel en straalde haar schitterende licht naar alle kanten uit. ‘Kijk, riep ze lachend, ik draag het zelf, ik heb overal gezocht, maar niemand heeft me ooit verteld dat ik het alleen in mezelf kan vinden! Wat een heerlijk gevoel! Nu ik het eindelijk heb gevonden wil ik het zo graag met iedereen delen en stralen en schitteren waar ik maar kan. Nu kan ik jullie ook helpen om de geboorte van het kind bekend te maken aan de mensen op Aarde, zeg me maar waar ik heen moet gaan !’

Van dat aanbod wilde de engel Michael maar al te graag gebruik maken. Hij vertelde de kleine ster dat ze naar Bethlehem moest reizen, naar een plek vlakbij de bergen. Dat ze haar allermooiste licht daar mocht laten schijnen om de weg te wijzen aan iedereen die het bijzondere kind wilde bezoeken. En zo geschiedde het dat de kleine ster langs de hemel schoot en met zo’n oogverblindende kracht en schittering boven Bethlehem straalde, dat de herders er wakker van werden en met hun schapen deze heldere ster gingen volgen. De wijzen die uit het oosten kwamen zagen ook die prachtige ster, die hen flonkerend de weg wees naar de plek, waar het kind van het licht geboren zou worden.

De bestemming van dit kind was, om aan de mensen op Aarde te laten zien dat het licht en de liefde in ieder mens zelf aanwezig is. En zo geschiedde het, dat de kleine ster er bij aanwezig was, toen dit bijzondere kind, dat Jezus werd genoemd, ter wereld kwam. Toen het zijn ogen voor het eerst opende, zag hij een ster aan de hemel stralen. En de kleine ster zag haar licht weerspiegeld in zijn ogen als twee fonkelende sterren, zodat zij nooit meer kon vergeten wie ze werkelijk was.
© Marleen van Wegberg

De Twaalf Heilige Nachten